Wil je mij dit nooit meer aandoen, De Mooij? Het is werkelijk vreselijk.” Deurwaarder Van den Kade hing aan de lijn, normaal
gesproken de rust zelve. “Overal zitten muizen en duiven. Ik overdrijf niet, het zijn er honderden. En een stank! Het lijkt wel een
dierentuin. Er liggen dode muizen in de pannen op het aanrecht, er drijven verdronken muizen in het toilet. En overal fladderen
duiven, vaak verminkt en aangevreten. Ik heb veel meegemaakt in mijn deurwaardersbestaan, maar dit slaat alles.”
Op verzoek van mijn cliënte Mw. Knoop had ik deurwaarder Van den Kade gevraagd poolshoogte te nemen in een huurwoning in het
centrum van Den Haag. De woning maakte deel uit van een groot appartementencomplex dat in eigendom aan Mw. Knoop
toebehoorde. De heer Rinus de Rochebrune, een 75-jarige vrijgezel, was huurder. Gedurende zestig jaar had hij het ruime appartement
samen met zijn ouders gedeeld. Die waren 15 jaar geleden kort na elkaar overleden en nu woonde De Rochebrune alleen.
Onder de appartementen waren twee winkels gevestigd, een slagerij en een bakkerij. De winkeliers hadden bij mw. Knoop hun beklag
gedaan. In hun winkels wemelde het van de muizen, ratten en ander ongedierte. De beesten liepen door de zaak als klanten hun
bestellingen deden. Dat kwam de omzet niet ten goede. Ook de buren en omwonenden hadden last van muizen en duiven. De huurders
hadden zich verenigd en waren na onderzoek tot de conclusie gekomen dat de plaag veroorzaakt werd door Rinus de Rochebrune. mw.
Knoop werd door haar huurders gesommeerd om juridische actie tegen De Rochebrune te ondernemen.
De deurwaarder legde zijn bevindingen vast in een proces-verbaal. Muizen hadden alle elektrische leidingen in de woning
doorgeknaagd. De huurder voerde de diertjes koffiemelk. Op de balkons en in de woning bivakkeerden circa 200 duiven. De keuken
was onbruikbaar, alle leidingen waren verstopt. In de woning bevond zich naast wat afgeknaagd meubilair een verzameling van een
paar duizend Donald Duck-blaadjes.
Namens mw Knoop betrok ik De Rochebrune in een gerechtelijke procedure en vorderde ontruiming van
de woning. De huurder gedroeg zich immers niet zoals een goed huurder betaamde. De Rochebrune
verscheen in april 2001 voor de Kantonrechter in Den Haag. De man was vervuild en stonk. Lang vet
haar reikte tot zijn schouders.
Klopt het dat er zich in uw woning muizen bevinden?” begon de Kantonrechter voorzichtig. Met
horten en stoten formuleerde De Rochebrune zijn antwoord. “Na de dood van mijn ouders zijn
de muizen mijn enige kameraden, samen met mijn duifjes natuurlijk. Zonder mijn dieren ga
ik dood, meneer, ik heb niets meer. Geen baan, geen geld, geen vrienden. Ik heb alleen mijn
huis, de Donald Ducks en mijn beestjes. Als ik van u mijn woning moet ontruimen, dan
hoeft het van mij niet meer. Dan heeft u mij en mijn vijfhonderd muisjes vermoord.”
Geëmotioneerd door zijn eigen betoog begon De Rochebrune zachtjes te huilen.
De Kantonrechter zat duidelijk met een dilemma. “Ik wil u enerzijds niet na 75 jaar uw woning
uitzetten, maar anderzijds kan van mw. Knoop niet gevergd worden dat zij deze situatie laat
voortduren. Het proces-verbaal van de deurwaarder en uw eigen verklaring laten geen ruimte
voor twijfel. Het spijt mij meneer De Rochebrune, maar ik moet een beslissing nemen en die
luidt dat u zult moeten vertrekken. Ik geef u wèl een half jaar de tijd om een andere woning te
vinden.”
Zes maanden verstreken zonder dat De Rochebrune verhuisde. Op een vroege maandagmorgen ver-
scheen de deurwaarder, vergezeld van politie, een slotenmaker en een tiental verhuizers bij de
woning. De Rochebrune was niet aanwezig. De deur werd opengebroken, waarna de
ontruiming en schoonmaakwerkzaamheden een volle week in beslag namen.
Het appartement moest worden gedesinfecteerd. De corresponderende
kosten bedroegen  14.000,-. Formeel kwam dit bedrag voor reke-
ning van De Rochebrune. “Die heeft geen pepernoot,” mopperde
mw. Knoop, “ik hoorde dat hij berooid in een opvanghuis zit”.
De Rochebrune betaalde zijn huur altijd via de Postbank. Op
goed geluk legde ik beslag op zijn bankrekening. Een week
later volgde een verheugend bericht voor mw. Knoop.
De rekening had een positief saldo van  240.000,-.
De namen van de betrokkenen zijn gefingeerd.
Een Beestenboel
mr. Raymond de Mooij