COG voorjaar 2016 - page 40

“Ik ben een redelijk mens,
maar aan alles komt een
einde.” Reindert
Miegel, 68 jaar oud, haalde
een hand door zijn grijze kuif.
De man was een aantal jaren
terug mijn wederpartij gewe-
est in een slepende procedure.
Als adviseur van zijn juridisch
en fiscaal adviesbureau ‘Recht
zo die gaat’ had hij een klant
niet geheel juist voorgelicht,
met een schade van
150.000,- tot gevolg. De
zaak was niet goed afgelopen voor Miegel. Nu hij met een
volgende probleem werd geconfronteerd had hij mijn hulp
ingeroepen.
“Mijn vader heeft mij drie geschakelde paden nagelaten in
het centrum van Den Haag,” vertelde Miegel mij in januari
2010. Zij hebben een waarde van ongeveer 3 miljoen euro.
Meer dan dertig jaar geleden heeft mijn vader de begane
grond van een van die panden verhuurd aan Karel de Bie.
Die zat financieel in zwaar weer en mijn vader wilde hem
helpen.” De heer De Bie was een antiekwinkeltje begonnen
in de ruimte en had hiermee jaren zijn brood verdiend.
Bij het overlijden van zijn vader in 2001 had mijn cliënt
aan De Bie verteld dat het tijd werd dat hij omkeek naar
een alternatieve winkelruimte. De drie panden dienden
gerenoveerd te worden, er was sprake van achterstallig
onderhoud. Miegel: “Maar De Bie is nooit vertrokken en is
dat ook niet van plan. Ook al is hij inmiddels 87 jaar oud.
Hij beroept zich op huurbescherming.” Een opzeggingsbrief
van mij had niet het gewenst resultaat. Een woedende De
Bie meldde mij telefonisch dat hij maling aan de inhoud
had, en maling aan Reindert Miegel. “Die jongen heeft in
zijn leven nog nooit iets gepresteerd. Alles wat hij heeft, is
geërfd. Geen cent heeft hij ooit zelf verdiend.” Een gerech-
telijke procedure volgde. Ik vorderde ontbinding van de
huurovereenkomst met als reden dat mijn cliënt de drie
panden, waaronder de
winkelruimte van De Bie,
moest renoveren. Advocaat
Mr Knor schreef een lijvige
conclusie van antwoord
namens de huurder. Van
achterstallig onderhoud
was hem niets bekend.
De kantonrechter kon de
bejaarde De Bie toch niet
zomaar van zijn inkom-
sten beroven door hem na
32 jaar op straat te zetten?
Tijdens de comparitie
van partijen wees ik er op dat een huurovereenkomst nu
eenmaal niet eeuwig kon voortduren. En dat de drie pan-
den bijna op instorten stonden en er dus echt iets moest
gebeuren.
In maart 2011 veroordeelde de kantonrechter De Bie om
de winkelruimte te ontruimen. Maar hij verklaarde het
vonnis niet ‘uitvoerbaar bij voorraad’. De wet liet dat niet
toe. Miegel was woedend. “Dus dat betekent dat ik hem er
niet uit kan zetten?” Ja, dat klopte. Niet als De Bie in appèl
zou gaan. En dat deed hij. In hoger beroep werden dezelfde
standpunten uitgewisseld waarna opnieuw een zitting werd
bepaald. De Bie verscheen in een rolstoel, die geduwd werd
door Mr Knor. Ook tegenover her hof hield de man vol door
te willen werken. “Tot aan mijn dood edelachtbare heren,
hoort u het? Tot aan mijn dood!” Toen het hof de uitspraak
van de kantonrechter bekrachtigde, ging De Bie in cassatie.
Miegel kon de winkel daarom nog steeds niet laten ontrui-
men. Ik vertelde mijn furieuze cliënt dat een definitieve
uitspraak nog wel twee jaar op zich zou laten wachten.
Maar zover kwam het niet. Op 14 juli 2014 werd De Bie lev-
enloos aangetroffen in zijn winkel, 91 jaar oud. En zo kreeg
de man toch gelijk, al was het niet langs juridische weg. Hij
had doorgewerkt tot aan zijn dood.
De namen van de betrokkenen zijn gefingeerd.
Procederen tot de
eindstreep
mr. Raymond de Mooij
40
1...,30,31,32,33,34,35,36,37,38,39 41,42
Powered by FlippingBook